Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen nu Samuel al de stammen van Israel [35]had doen naderen, zo is de stam van Benjamin [36]geraakt. 35. Te weten, om het lot te werpen. Zie dergelijk exempel Joz.7:14. Eer zij het lot wierpen, baden zij den Heere, vs.22; Hand.1:24. 36. Te weten, met het lot. Hebreeuws, gevat, getroffen; dat is, het lot viel op den stam van Benjamin, waarmede God de Heere wilde te kennen geven dat het een onder de huisgezinnen van dien stam was, welken Hij tot koning wilde zetten.